De keuze van de meest geschikte bodemsaneringstechniek voor een bepaalde site is afhankelijk van talrijke factoren zoals het type en de kenmerken van de verontreiniging, de geologie, de hydrogeologie, de geochemie en de natuurlijk afbraakreacties. Daarnaast spelen ook de omgevingsfactoren zoals de aanwezigheid van gebouwen, bepaalde bedrijfsactiviteiten of de toegankelijkheid van de probleemzone, een rol bij deze selectie. Met haar jarenlange ervaring kan Sodecon de meeste geschikte saneringstechniek of combinatie van technieken selecteren, uitwerken en uitvoeren.
Ontgraving is veelal dé manier om kleine en relatief eenvoudige bodemverontreiniging aan te pakken en brengt ook de minste onzekerheden met zich mee. Gezien de beperkte tijdsduur van de uitvoering is deze techniek bovendien relatief goedkoop. Met een deskundig uitgewerkte grondwaterbemaling kan bovendien gemakkelijk dieper dan het natuurlijke grondwaterniveau worden ontgraven.
Complexe bodemverontreinigingen, zoals bijvoorbeeld bodemverontreinigingen met gechloreerde solventen (VOCl), daarentegen, worden meestal gekenmerkt door (i) enerzijds een sterk geconcentreerde verontreinigingskern van relatief beperkte omvang maar met zeer hoge concentraties en (ii) anderzijds een diffuse pluim met lagere concentraties, maar met soms ontzaglijke afmetingen. Voor complexe bodemverontreinigingen kan ontgraving worden ingezet om de kern van de bodemverontreiniging aan te pakken. Bij een dergelijke kernverwijdering wordt met het ontgraven van een beperkt volume sterk verontreinigd materiaal vaak het merendeel van de vuilvracht weggenomen. Bovendien draagt het verwijderen van de kern ertoe bij dat de pluim niet langer wordt gevoed met de verontreinigende parameters. Bij dergelijke kernverwijderingen is de strategische uitwerking en implementatie van de bemaling van zeer groot belang voor het succesvol bereiken van de vooropgestelde doelstelling.
Voor de aanpak van de verontreinigingspluim bij complexe bodemverontreinigingen is ontgraving dan weer minder geschikt. Vanwege de lagere concentraties aan verontreinigende parameters daalt ook de vuilvrachtverwijdering en hiermee ook de efficiëntie (kg vuilvracht / € kostprijs) van de ingezette middelen. Voor de pluimaanpak wordt dan in veel gevallen overgegaan naar een zogenaamde in-situ techniek, waarbij de bodem niet wordt weggenomen, maar waarbij de verontreiniging ter plaatse wordt onttrokken of afgebroken.
De techniek grondwateronttrekking is gebaseerd op het oppompen van het verontreinigde grondwater en dit vervolgens in een bovengrondse waterzuiveringsinstallatie te behandelen. Het gezuiverde grondwater kan dan geloosd of geherinfiltreerd worden in het grondwater. Wanneer verontreinigd grondwater wordt opgepompt, zal verontreiniging die aan de bodemdeeltjes geadsorbeerd is geleidelijk aan in oplossing komen totdat alle verontreiniging verwijderd is. Als gevolg van dit adsorptie effect, zal deze technologie dikwijls lange tijd duren, vooral als de hoeveelheid geadsorbeerde verontreiniging hoog is.
De technologie kan ook gebruikt worden om de grondwatertafel te verlagen om de onverzadigde zone te vergroten. Op deze manier kan dieper ontgraven worden of kan vluchtige verontreiniging gemakkelijker verwijderd worden door bodemluchtextractie. De combinatie van grondwateronttrekking met bodemluchtextractie wordt tweefasenextractie genoemd.
ISCO is een bodemsaneringstechniek waarbij een chemisch oxidans (waterstofperoxide, kaliumpersulfaat, kaliumpermanganaat, ozon, ozon+waterstofperoxide,…) eventueel in combinatie met een activator in de bodem wordt ingebracht. Wanneer het chemisch oxidans in contact komt met de organische verontreiniging, wordt deze laatste afgebroken tot CO2, water en zouten.
Chemische oxidantia zullen ook met de bodemmatrix reageren. De hoeveelheid oxidans die opgebruikt wordt door de bodem is meestal significant hoger dan de hoeveelheid oxidans die nodig is om de verontreiniging af te breken. Een bepaling van de matrixvraag van de bodem in het labo voor toepassing op het veld is in de meeste gevallen aangeraden om de economische haalbaarheid van de techniek en de dosering aan oxidans te bepalen. Sodecon heeft een eigen laboratorium om deze haalbaarheidstesten uit te voeren.
Vele organische componenten kunnen van nature afbreken. Soms zijn de geschikte afbraakcondities reeds aanwezig in de bodem en breken de componenten voldoende snel af om de verontreiniging binnen een redelijke tijdsspanne te verwijderen. In de meeste gevallen is de afbraaksnelheid echter gelimiteerd en kan de afbraaksnelheid significant verhoogd worden door het toevoegen van een hulpstof. De stimulatie van de biologische afbraak kan onderverdeeld worden in 3 categorieën:
Opwarmen van de bodem kan gebruikt worden om de verontreiniging te vervluchtigen of om de onttrekking van vluchtige verontreiniging te versnellen. Op deze manier kan de duurtijd van sanering drastisch verkort worden. De bodem kan ook opgewarmd worden om de afbraak van de verontreiniging te stimuleren. Zo kan de biologische afbraaksnelheid significant verhoogd worden door het verhogen van de temperatuur naar 30°C. Er zijn verschillende methodes om de bodem op te warmen. De geschikte opwarmingsmethode is afhankelijk van het doel, de geologie en de site specifieke omstandigheden:
SODECON is een innovatief en kennisgedreven bodemsaneringsbedrijf waarop consultants, projectontwikkelaars en industriële en particuliere probleembezitters beroep doen om hun bodemproblematiek kosten-efficiënt en op duurzame wijze aan te pakken.
Privacy Policy | 2014 © All Rights Reserved. Creatie 123websites.be